Cliënt in beeld - Robert Rip
Robert Rip (85) zit comfortabel in zijn stoel. Door zijn raam kijkt hij uit over de vernieuwde tuin van het W.F. Visserhuis. Hij woont er nu acht jaar. Hij heeft het naar zijn zin, vooral met de medewerkers van de tweede etage en die van de keuken kan hij bijzonder goed opschieten.
‘De verzorging is top. Natuurlijk zijn er dingetjes die mij minder aanstaan. Dat zul je altijd houden. Ik ben een gezelschapsmens, maar ik doe niet overal aan mee. Als ik van alles even genoeg heb, lekker op mezelf wil zijn, dan ga ik de deur uit. Ik kan hele einden wandelen. Misschien heb ik dat wel van vroeger overgehouden. Ik was een echte voetbaljongen. Geboren en getogen in Haarlem. Ik voetbalde bij RCH met grote namen, want RCH was in het verleden een club van naam en faam. Inclusief een beroemde trainer: de Engelsman Lesley Talbot. Mijn ene zoon was een geweldige keeper. Maar hij groeide niet voldoende door, bleef een klein ventje. Dan red je het niet als keeper.'
'Ik kan hele einden wandelen' - Robert Rip
Foto’s
'Op mijn kast heb ik de foto’s van mijn twee zoons, hun vrouwen en mijn kleinkinderen staan. Ik ben reuzetrots op ze. Ik heb twee zoons, waarvan er één in Alphen aan den Rijn woont. Mijn kleinzoon voetbalt bij ARC en ik ga regelmatig naar hem kijken. Dan haalt mijn zoon mij op. Dat jochie heeft talent. Dat zag ik meteen. Mijn kleindochters hebben doorgeleerd. Die maak ik niets meer wijs.'
Directiechauffeur
'Toen ik verkering kreeg, ben ik met mijn vrouw naar IJmuiden verhuisd. We dachten samen oud te worden. Ze was 65 toen haar aorta scheurde. Ze stierf in mijn armen. Ik was net met pensioen. Ik ben directiechauffeur geweest. Heel lang bijvoorbeeld voor de voorzitter van de Raad van Bestuur van Ballast Nedam. Ik ben heel Europa doorgereden. Als directiechauffeur hoor je veel, maar je weet ook dat je moet kunnen zwijgen als het graf. Het is een kwestie van vertrouwen. Mijn baan bracht wel met zich mee dat ik vaak weg was. De negen tot vijf mentaliteit was mij vreemd. Mijn vrouw heeft dat altijd geaccepteerd. Maar ze zei wel: "Robert als je gepensioneerd bent, gaan we samen leuke dingen doen". Daar is het dus helaas niet van gekomen.’
Mooie kamers
'Mijn zoons zeiden op een bepaald moment dat ik niet langer alleen kon wonen. Toen zijn we samen op zoek naar een woonzorglocatie gegaan. Het W.F. Visserhuis beviel het best. Mooie kamers en ik ben vrij om te gaan en staan. Er wordt veel georganiseerd. Ik kan met iedereen door de bocht, maar soms heb ik geen behoefte aan gezelschap. Of aan geklets aan tafel, want er zijn bewoners die alles van iedereen weten en daar ook een mening over hebben. Zo zit ik niet in elkaar. Ik lach met de medewerkers, daar zijn hele leuke meiden bij. Maar ik weet tot hoever ik kan gaan. Een lolletje op zijn tijd is prima, maar daar houdt het voor mij op.’